Verenigingen, lokale besturen en geëngageerde inwoners van acht dorpen uit het Hapengouw gaan samenwerken om de leefbaarheid in de dorpen te verbeteren. Bij het initiatief, dat ‘Dorp aan zet’ heet, krijgen de inwoners zelf de kans om een visie voor hun dorpen uit te werken.
‘Dorp aan zet’ wordt opgestart door de provincie en begeleid door de vzw Stebo en het Innovatiesteunpunt. “We gaan een toekomst uitstippelen voor de dorpen”, zegt Inge Moors, gedeputeerde voor plattelandsontwikeling. Gisteren gaf ze het het startschot van het project dat twee jaar zal lopen.
Voor het pilootpoject wordt 300.000 euro geïnvesteerd, geld dat komt van Europa, Vlaanderen en Limburg. Ook de zes deelnemende gemeenten komen tussen: Kerniel en Hendrieken-Voort (Borgloon), Buvingen (Gingelom), Teuven (Voeren), Gelinden (Sint- Truiden), Mechelen-Bovelingen (Heers), Kanne en Genoelselderen (Riemst).
Investeringen
In dorpen op het platteland slaat de vergrijzing sterk om zich heen. Vierkantshoeven staan leeg. Ouderen wonen in te grote huizen. De horeca staat onder druk. Winkels verdwijnen. Er zijn dorpen waar geen café, slager of bakker meer is. Banken trekken weg. Dorpsscholen hebben het moelijk om te blijven voortbestaan. ‘Dorp aan zet’ wil een tegenbeweging op gang brengen. “De dorpen leggen een traject af waarbij inwoners de noden van hun dorp benoemen en een traject afleggen dat leidt tot investeringen”, zegt Inge Moors. “We geven hen de kans zelf om op korte en lange termijn een vise voor hun dorp uit te werken. Hiervoor krijgt elk dorp een half jaar de tijd.”
‘Dorp aan zet’ verloopt in drie fasen. “Eerst wordt een scan van het dorp gemaakt”, zegt de gedeputeerde. “Welke voorzieningen zijn in het dorp aanwezig en welke niet meer? Hoe zit het met het verenigingsleven?” Daarna wordt de mening van de inwoners gevraagd. “Dat doen we in elk dorp in een openluchtcafé met avonden waarop alle inwoners, verenigingen en het gemeentebestuur utigenodigd worden”, zegt Jessie Van Tricht van het Innovatiepunt. “Vervolgens wordt een actieplan opgesteld dat met kleinschalige ingrepen de leefbaarheid een nieuwe injectie gaat geven. Hiervoor krijgt elk dorp 5.000 euro.”